Het Paasfeest is zowel in de Oosterse als in de Westerse kerk het grootste feest van het liturgische jaar. Wij vieren met Pasen dat Jezus niet meer dood is maar leeft. Hij heeft de dood overwonnen. De Verrijzenis staat centraal in ons christelijke geloof. De verrijzenis van Jezus is de hoogste waarheid van ons geloof in Christus.

"Wij dan verkondigen u de blijde boodschap, dat God de belofte aan de vaderen gedaan, voor ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus te doen verrijzen" (Hand. 13,32-33).

Zowel de christenen als de joden vieren Pasen: voor de joden is dit het Pasen van de geschiedenis, gericht op de toekomst; voor de christenen het Pasen dat zijn vervulling gevonden heeft in de dood en verrijzenis van Christus, hoewel ook zij nog altijd de uiteindelijke voltooiing verwachten.

Aan het Paasfeest is een voorbereiding voorafgegaan, de zgn. veertigdagentijd. In de laatste week voorafgaand aan Pasen, de zgn. Goede Week, wordt het lijden en sterven Christus herdacht. De heilsgeschiedenis vindt haar voltooiing in Pasen.Het plan van God, dat eeuwenlang verborgen was, is nu onthuld: door Jezus zijn we herenigd met God. Eens waren we dood door de zonde, maar nu zijn we levend, gered van de dingen die ons van de Vader gescheiden hielden. Elk obstakel is weggenomen en nu kunnen we persoonlijk de liefde van God onze Hemelse Vader ervaren.Met de opstanding van Christus heeft God zijn onmetelijke kracht over zonde, satan en dood geopenbaard. Deze drie vijanden hielden de mensheid gevangen, vanaf de ongehoorzaamheid van onze stamouders tot aan de eerste Paasdag. Wij zelf hadden geen enkele mogelijkheid om de relatie met God - waartoe we feitelijk geschapen zijn - te herstellen. Maar dankzij God zijn we nu gered!  Op het kruis heeft Jezus de straf voor onze zonden betaald. Door op te staan heeft Hij de duivel verslagen en de kracht van de dood voor altijd vernietigd. 
Hij werd opgewekt uit de dood door de Heerlijkheid van de Vader, zodat wij een nieuw leven zouden leiden
(Romeinen 6,4).